Achtergronden/inspiratiebronnen

165Transformatie
Transformatie speelt een grote rol bij al mijn werk.
Door een scala aan vormen (readymades en eigen vormen ) af te gieten, en ze op verschillende manieren te versnijden/assembleren, creëer ik nieuwe vormen vanuit dezelfde basisvorm.
Het spannende voor mij hiervan is dat je zeer herkenbare vormen totaal onherkenbaar kan maken, b.v. kerstballen in het kasteel van doornroosje en opgeblazen condooms als wolken in de geboorte van het drieluik.
Ook herkenbare readymades, die ik in mijn werk gebruik creëren voor mij een spanningsveld, mede doordat je op het verkeerde been wordt gezet omdat de oorspronkelijke funktie verloren is gegaan en ze een nieuw leven gaan leiden.
Op deze manier worden wegwerpartikelen e.d. een (on)herkenbaar tweede leven gegund.

Reizen
Voor mij werkt het zeer inspirerend om rond te dwalen in andere landen met verschillende culturen.
Het liefst die landen die in tijd, ruimte en mentaliteit ver van ons verwijderd zijn.
Tijdens deze reizen doe ik op verschillende manieren ideeën op.
Door het bekijken van kunst in de ruimste zin van het woord, door voorwerpen die ik meeneem of door emoties/fantasieën die door een bepaalde plek opgeroepen worden.
Vooral Rajastan (noord-India) met zijn rijke traditie’s en verleden van Maharadja’s, de Indiase fairs en de festivals hebben mij een beeld gegeven van de sprookjes van 1001 nacht.

Kunstprojecten/kunstenaars
Verschillende kunstprojecten zoals Luna Luna; een project van André Heller, de Tarot garden van Niki de Saint-Phalle in Italië, de tuin van de postbode Chevalier in Frankrijk, de bouwwerken van Gaudi in Spanje, de Rock garden van Nek Chand in India, heb ik (op Luna Luna na) allemaal bezocht.
Deze projecten waren voor mij een echte eye-opener omdat ze in tegenstelling tot de meeste kunst, die ik zwaar en verheven vind, in de eerste plaats dienden als vermaak, wat niet wil zeggen dat het aan inhoud ontbreekt, of alleen maar over lichte en luchtige thematiek gaat.
Dit is ook wat ik in mijn eigen werk tegenkom, op het eerste gezicht lijkt het luchtig en vrolijk, maar er zit veelal een duistere wereld achter.
Andere overeenkomsten tussen veel van deze projecten/kunstenaars en mijn eigen werk zijn: kleur en vormgebruik alsmede de liefde voor kunstnijverheidsmaterialen (zonder dat ze de kunst in de weg staan), vechten tegen de hokjesgeest en de liefde voor decoratie.

Less is bore/kunst of kitsch
Aangezien ik met uitbundige vormen en kleuren werk, en kunstnijverheidmaterialen alsmede veel goud en zilver niet schuw, wordt er, met name in Nederland, al snel met de term kitsch gegooid.
Kitsch heeft een negatieve klank, het betekent schijnkunst al wat niet echt van sentiment of niet echt artistiek is.
Jordanese vensterbanken, een geborduurde nachtwacht enz.
Ik vind het erg kortzichtig om uitbundige vormen, kleuren en glimmers zonder meer af te doen als kitsch.
Het gaat mij om het uitgangspunt, de doelstelling waarmee het gemaakt wordt en om de boodschap in mijn werk.
Waarschijnlijk is veel terug te voeren naar het modernisme waarbij alles sober, ingetogen, helder van lijn en zonder enige versiering in neutrale tinten de maatstaf moest zijn.
Mensen als Robert Venturi en Ettore Sotsass zijn hier de strijd mee aangegaan en veranderden less is more in less is bore; grillige en uitbundige vormen werden geboren en voorzien van gedurfde kleuren, materialen, en dessins.
Werken die zeker niet kitsch te noemen zijn.

Als ik mijn eigen werk een plaats/naam zou moeten geven, zou dat postmodern zijn.
Aangezien één van de opvallendste aspecten de aandacht voor het uiterlijke, het decoratieve, het barokke en het gebruiken van allerlei elementen van kunststijlen uit het verleden is.
Voor mij is het echter niet belangrijk om er een naam aan te geven, dit laat ik over aan de kunsthistorici en kunstcritici.
Ik werk vanuit mijn eigen individualiteit, waarbij ik mijn persoonlijke gedachten en fantasiewereld vorm wil geven.